Psychologische
aanpassing De leeftijdsongelijke seksuele relatie ervaringen Psychologische aanpassingAls leeftijdsongelijke seksuele relatie-ervaringen ongunstige gevolgen hebben voor de aanpassing van homo- of biseksuele mannen, dan mag men verwachten dat, in tegenstelling tot de controlegroep, mensen met deze ervaringen een lager zelfrespect hebben en meer moeite hebben om een positieve seksuele identiteit te verwerven (hetgeen betekent dat zij dit punt later bereiken). In de eerste steekproef waren de scores voor zelfrespect van de mensen met leeftijdsongelijke seksuele relatie ervaringen niet lager dan die van de controlegroep.
Het bereiken van een positieve seksuele identiteit gebeurde niet later bij de mensen met leeftijdsongelijke seksuele relatie ervaringen in vergelijking met de controlegroep.
Tabel 1 geeft de statistische gegevens weer inzake de mate van aanpassing van beide groepen. Tabel
1
|
Maatstaf van aanpassing |
Steekproef 1 |
Steekproef 2 |
||
leeftijdsongelijke seksuele relatie |
Controlegroep |
leeftijdsongelijke seksuele relatie |
Controlegroep |
|
Rosenberg's zelfrespect vragenlijst |
||||
M | 23.82 | 23.46 | 21.00 | 21.96 |
SD | 5.47 | 6.24 | 4.74 | 5.25 |
n | 11 | 28 | 13 | 73 |
Positieve sexuele identiteit |
||||
M | 18.00 | 18.35 | 16.80 | 19.10 |
SD | 2.14 | 1.77 | 3.05 | 2.21 |
n | 8 | 17 | 10 | 62 |
% dit punt bereikt | 89 | 85 | 77 | 85 |
In de tweede steekproef waren de scores voor zelfrespect van de leeftijdsongelijke seksuele relatie groep (M = 21,00) niet lager dan die van de controlegroep (M = 21,96), t (84) = .62, p = 0,7. Het bereiken van een positieve seksuele identiteit gebeurde eerder vroeger dan later voor de mensen met leeftijdsongelijke seksuele relatie-ervaringen (M = 16,80) dan voor de controlegroep (M = 19,10), t (70) = -2,89, p < .01, r = -.33. Het percentage van de mensen met leeftijdsongelijke seksuele relatie-ervaringen dat een positieve seksuele identiteit wist te verwerven (77%) verschilde niet van dat van de controlegroep (85%), z = .72, p > .10, r = .08. De resultaten bij de eerste steekproef gaven geen bewijs voor ongunstige gevolgen van leeftijdsongelijke seksuele relatie-ervaringen. De resultaten van de tweede steekproef komen hiermee overeen; ook al was hier de controlegroep vermoedelijk niet geheel zonder deze ervaringen, bevestigt dit gegeven de conclusie dat er geen bewijs is voor ongunstige gevolgen van leeftijdsongelijke seksuele relaties. Combineren we nu de resultaten van de beide steekproeven meta-analytisch (Rosenthal 1984), dan zien we
Deze resultaten sporen niet met visie dat leeftijdsongelijke seksuele relatie-ervaringen traumatisch zouden zijn (zoals bijvoorbeeld in het incestmodel gedacht wordt). Dit geldt in het bijzonder voor de omgekeerde effectomvang met betrekking tot de leeftijd waarop men een positieve seksuele identiteit bereikt; integendeel, dit gegeven spoort eerder met een gunstig gevolg ervan. De leeftijdsongelijke seksuele relatie-ervaringenDe Bijlage bevat de verhalen van alle 26 mensen met leeftijdsongelijke seksuele relatie-ervaringen; ze zijn geordend naar de leeftijd van de ondervraagden en hun partners. De verhalen geven globaal genomen informatie over
Savin-Williams heeft vooral aandacht geschonken aan de eerste seksuele of romantische ervaringen, waardoor deze verhalen daarover meer details geven. Kenmerken
Bijna alle ondervraagden (96%) waren zich voor de leeftijdsongelijke seksuele relatie-ervaring ervan bewust door mannen te worden aangetrokken - de gemiddelde leeftijd van bewustwording was 7,92 jaar, met een spreiding van 3 tot 17 jaar en een standaardafwijking van 4,10. Voor 69% had men de puberteit voordien bereikt (men bereikte de puberteit in hetzelfde jaar als men de leeftijdsongelijke seksuele relatie-ervaring had) - de puberteit werd tussen de 10 en 14 jaar bereikt, gemiddeld op 11,46 jaar met een standaardafwijking van 1,21. Drie kwart (76%) had hun voorkeur al "homoseksueel" genoemd vóór de leeftijdsongelijke seksuele relatie-ervaring plaats vond (16% benoemde hun voorkeur in hetzelfde jaar als deze ervaring plaats vond) - men gaf er een naam aan tussen de 7 en 18 jaar oud, gemiddeld op 12,52 jarige leeftijd, met een standaardafwijking van 3,02. Deze resultaten inzake de leeftijd dan men zich bewust wordt van de voorkeur en deze gaat benoemen zetten vraagtekens bij de rol van de leeftijdsongelijke seksuele relatie-ervaring als oorzaak van de homoseksuele voorkeur. ReactiesGemiddeld genomen was de reactie van de ondervraagden positief (M = 3,94, SD = 1,25), hoewel de individuele reacties uiteenliepen van zeer negatief tot zeer positief. Alle reacties bijeengezet, waren dit de volgende:
Als we groepen samenvoegen en de cijfers afronden, waren ze voor
Mate van instemmingOver het geheel genomen was er bij de betrokkenen wederzijds instemming (M = 4,15, SD = .51); de mate van instemming varieerde van berusting tot aanmoediging. Afgedwongen contact kwam niet voor in deze steekproef, dus was dwang geen factor. Integendeel: bijna een kwart (23,1%) moedigde de contacten aan en bij ongeveer twee-derde (69,2%) was er sprake van wederzijdse instemming; 7,7% berustte er in. Dus: 92% gaf blijk van een positief verlangen naar de seksuele verhouding. SamenhangTabel 2 laat de correlaties zien tussen de verschillende kenmerken van de leeftijdsongelijke seksuele relatie; de statistische significantie is gebaseerd op tweezijdige toetsing. Tabel
2
|
Leeftijd man | Leeftijds- verschil |
Relatie | Freq. | Duur | Reactie | Mate van instemming | |
Leeftijd van de jongen | .01 | -.20 | -.43* | .01 | -.22 | -.23 | -.01 |
Leeftijd van de man | .98** | -.06 | .18 | .23 | .07 | .40* | |
Leeftijdsverschil | .03 | .17 | .27 | .12 | .39* | ||
Type relatie | .47* | .69** | .56** | .30 | |||
Frequentie | .64** | .60** | .29 | ||||
Duur | .52** | .36 | |||||
Reactie | .43* | ||||||
Opmerkingen Leeftijd van de jongen = de
leeftijd van de jongen waarop de leeftijdsongelijke seksuele relatie begon |
Doll e.a. (1992) meldden dat in hun steekproef van homoseksuele mannen een groter verschil in leeftijd samenging met een meer negatieve reactie ten tijde van het vraaggesprek. In deze steekproef werd dit verband niet gevonden; r (24) = .12, p > .10. Jonge jongens reageerden hier eerder niet negatiever (of minder positief) dan oudere jongens; r (24) = -.23, p > .10, en zij lieten dezelfde mate van instemming zien als de oudere jongens; r (24) = -.01, p > .10. Voorts: in plaats van dat het leeftijdsverschil een probleem was voor de jongens, nam hun bereidwilligheid en belangstelling voor de seksuele verhoudingen toe naarmate het verschil in leeftijd groter was; r (24) = .39, p > .05. De reacties waren positiever
Een grotere mate van bekendheid ging samen met vakere seksuele contacten r (23) = .47, p = < .05, en met langer durende seksuele verhoudingen; r (22) = .69, p = < .05. Jongere jongens waren globaal genomen meer bekend en bevriend met hun partners; r (24) = -.43, p = < .05. Tenslotte zijn er twee eenzijdige variantie-analyses (ANOVA's) uitgevoerd om te onderzoeken of de reacties en de mate van instemming samenhingen met het type seks dat meegemaakt werd. In beide gevallen waren de resultaten niet significant: respectievelijk F (2, 16) = .25, p > .10, en F (2, 16) = .36, p > .10. |